Op dinsdag 9 maart 2021 organiseerde Integrated Systems Europe het online Spotlight congres ‘Smart Buildings: The Way Forward’. De trend dat gebouwen evolueren van een stenen blokkendoos tot een intelligente en flexibele ‘workspace’ lijkt dit jaar door de knik in de groeicurve te gaan. Vanzelfsprekend heeft dat oorzaken. Maar welke?
Andere inzichten
Wereldwijd (2020) is ongeveer 20% van het commercieel vastgoed met publieksfunctie (scholen, sportcomplexen, winkelcentra, theaters, parkeergarages enz.) voorzien van een gebouwbeheersysteem.
De onderliggende argumenten daarvoor waren meestal gebaseerd op centrale bediening en bewaking van gebouwgebonden systemen. In 2021 wordt in de USA in 100%(!) van de voorgenomen nieuwbouw/verbouw plannen van commercieel vastgoed een gebouwbeheersysteem meegenomen in de planvorming. De onderliggende argumenten hierbij zijn echter anders.
De oorspronkelijke argumenten zijn nog wel relevant, maar duurzaamheid, flexibiliteit en exploitatielasten nemen nu de koppositie in bij de besluitvorming.

Duurzaam
Verwarming, verlichting, luchtverversing en andere gebouwgebonden systemen kunnen zelfstandig en dynamisch zorgen voor optimale regelingen. En vooral: aangepast aan het gebruik en de gebruikers van dat moment. Daarmee wordt een reductie van de Co2 voetprint gerealiseerd.
Flexibel
Bij de meeste gebouwen zijn de buitengevels voor langere tijd statisch. Er verandert daar niet zo veel. Anders ligt dat bij binnenwanden. Die veranderen regelmatig. Het inzetten van flexibele binnenwanden is niet nieuw. Is heel handig om ruimtes te kunnen vergroten/verkleinen. Het verplaatsen van wanden leidt tot uiteenlopende praktische aanpassingen die niet eenvoudig aan te passen zijn (lichtschakelaars, thermostaat, ventilatie enz.).
Binnenruimtes worden meer dan in voorgaande jaren multifunctioneel ingezet (overdag vergaderruimte; ’s avonds theaterzaal) en afgestemd op de actuele capaciteitsvraag (ruimte aanpassen aan het aantal actuele gebruikers bijvoorbeeld). Een ‘slim’ gebouw faciliteert deze dynamische aanpassingen. Op die manier wordt een gebouw flexibel.
Exploitatie
Toevoegen van een gebouwbeheersysteem aan het ontwerp van een nieuwbouw/verbouw project leidt tot een hogere investering. Verlagen van de exploitatiekosten is een belangrijk argument om juist meer te investeren. Meer investeren leidt uiteindelijk tot lagere exploitatielasten.
Voor het inzichtelijk maken van de exploitatiekosten is geen standaard rekenmodel voorhanden. De parameters voor de berekening zijn daarvoor te specifiek en bovendien afhankelijk van het te verwachten gebruik van een gebouw. Bovendien zijn er macro factoren waarover je een visie kunt hebben, maar waarvan pas achteraf blijkt of de visie juist was (ontwikkeling energiekosten, toekomstige subsidies, nieuwe eisen enz.). Relevante parameters vaststellen en modellen doorrekenen is werk voor deskundigen.
M3V kan hierin adviseren en ondersteunen.
De wereld ná corona
In het Verenigd Koninkrijk heeft NV Technologies opdracht gegeven een enquête uit te voeren onder directies en bestuurders. Het doel was te inventariseren welke veranderingen in het Engelse MKB (nationaal opererend, meer dan 50 medewerkers; geen winkels) en openbaar onderwijs ná corona op zullen treden. Meer dan 80% van de ondervraagden uit het bedrijfsleven verwacht dat er nooit meer vergaderingen of bijeenkomsten plaats zullen vinden waarbij iedereen ‘live’ aanwezig zal zijn. In het onderwijs wordt verwacht dat in meer dan 60% van het verzuim door leerlingen tijdens ziekte er géén argument is om niet ‘online’ aan lessen deel te nemen.
Met andere woorden: het merendeel van de ondervraagden verwacht dat fysieke vergaderingen en lessen óók open moeten zijn voor online deelname.
Vanzelfsprekend is het is de vraag of resultaten van een enquête in het Verenigd Koninkrijk relevant zijn voor de Nederlandse situatie. Bovendien betreft het hier een commercieel onderzoek (en geen wetenschappelijk).
Een voorzichtige en voorlopige conclusie is wel dat de enquêteresultaten een indicatie voor een trend aangeven die een andere aanpak noodzakelijk maakt. Consequentie van die trend is dat de gebouwgebonden internet infrastructuur opnieuw tegen het licht gehouden moet worden en dat mogelijk een herdefinitie van de capaciteitsvraag moet plaatsvinden. De behoefte aan internet bandbreedte zal immers veel sterker toenemen dan tot voor kort werd aangenomen.
Technisch platform
Zoals je voor het gebruik van internet een infrastructuur (routers, WiFi enz.) en geschikte apparaten nodig hebt, is ook een infrastructuur nodig om een gebouw ‘slim’ te maken. Er zijn vele mogelijkheden om zo’n infrastructuur te realiseren. Nadeel van die systemen is dat het merendeel merkgebonden is. Er zijn situaties denkbaar dat dit wenselijk is, maar over het algemeen is merkonafhankelijkheid meer gewenst. Daardoor wordt de keuze al beperkter.
In Europa is KNX een van de bekendste. KNX is géén merk en géén systeem. Beschouw KNX als een taal: beschikbaar voor iedereen, om elkaar te begrijpen moet je allebei dezelfde taal spreken, afspraken over conventies moeten plaatsvinden en we hebben een woordenschat nodig. KNX is een open standaard waarvoor iedereen componenten kan ontwikkelen. Een groeiend aantal fabrikanten ondersteunen KNX (momenteel rond de 500). KNX bestaat al meer dan 20 jaar. Toepassen van KNX biedt mogelijkheden om nu te beginnen en geleidelijk te groeien. Moet een component van merk X vervangen worden, dan is er geen enkele reden om dat niet te doen met een component van merk Y.
M3V heeft het project Technova College met KNX gerealiseerd en beschikt over ervaring met het KNX protocol en heeft kennis van de KNX aanbiedersmarkt.
Meer info
Voor aanvullende informatie of een nadere toelichting, staat Harry Vedder u graag te woord. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..